“Ik heb een baan waarmee ik een verschil kan maken in het leven van mensen die het niet makkelijk hebben. Daar word ik blij van. Ik ben geen hulpverlener maar help graag mensen. Van huis uit ben ik jurist en binnen mijn vak liggen zoveel kansen om mensen vooruit te helpen. Bij het Schadefonds zetten we ons in voor slachtoffers van geweldsmisdrijven. Het behandelen van aanvragen moet je wel liggen. Als je snel emotioneel betrokken raakt is dat voor beide partijen niet gunstig. Slachtoffers hebben iemand nodig die door de emoties heen daadkrachtig is en verder kan helpen.

“Van huis uit ben ik jurist en binnen mijn vak liggen zoveel kansen om mensen vooruit te helpen”

Medewerker als mens staat voorop

Het Schadefonds is mensenwerk. We doen het met mensen en we doen het voor mensen. Als directeur zorg ik er vooral voor dat ik benaderbaar ben voor mijn medewerkers. Als ik niet in bespreking zit heb ik dan ook tijd voor iedereen die binnenloopt met een vraag. Zo kan ik bijdragen aan iemands ontwikkeling en dat vind ik leuk. Maar ik vind het ook leuk mee te denken. Omdat ik zelf juridisch geschoold ben, bemoei ik me graag met de inhoud. Al moet ik daarin soms wel een beetje gas terugnemen. Daar zijn afdelingshoofden en senior medewerkers voor.

Het komt soms heel dichtbij

Als je bij het Schadefonds wil werken moet wel iets met mensen hebben. Een aanvraag is natuurlijk een juridische afweging, maar gaat ook heel erg over mensen en hoe ze dingen ervaren. De verhalen die je te horen krijgt zijn nooit fijn. Veel medewerkers zijn op jonge leeftijd gestart bij het Schadefonds. Ik vind het best een pittige plek om te beginnen en heb daar veel respect voor. Er zijn zaken die ik me nu nog herinner, waar ik ook wel van wakker heb gelegen. Het komt soms heel dichtbij. Gelukkig hebben we een goed vangnet met veel collegiale steun en psychische hulp waar nodig.

Hybride werken

Ik ben wel blij dat we tegenwoordig weer meer op kantoor zijn. In coronatijd heb ik me wel zorgen gemaakt, toen moest iedereen de gesprekken met aanvragers thuis voeren. Sommigen met kinderen om zich heen. Het is dan lastig om werk en privé gescheiden te houden. Nu kan het allebei. De een vindt het fijner thuis, de ander juist niet. Het is goed dat de ruimte er is om het zelf in te vullen. Ik vraag wel van iedereen om de helft van de tijd op kantoor te zijn. Een mensenorganisatie als deze kun je niet handhaven als iedereen thuiszit. Het voelde op een gegeven moment alsof ik chef was van een groep zzp’ers. Natuurlijk kan er veel telefonisch en met videobellen, maar het komt niet in de buurt van persoonlijk contact.

“Je hebt natuurlijk het wettelijk kader en het beleid is helder, maar je zal altijd zien dat het individuele geval net even anders is dan het beleid voorstelt”

Warm bad met af en toe een ijsblokje

Er ligt nu een plan om een vergadermoment of -plek vorm te geven waar je terecht kan om zaken te bespreken als je het even niet zeker weet. Je hebt natuurlijk het wettelijk kader en het beleid is helder, maar je zal altijd zien dat het individuele geval net even anders is dan het beleid voorstelt. De realiteit is onvoorspelbaar en weerbarstig. Hoe vertaal je het verhaal van iemand naar het beleid waar je mee moet werken? Ieder geval is eigen, het is een puzzel die je legt. En die leg je samen. Teveel overleg ligt wel op de loer. Iedereen is erg betrokken, het zijn hechte groepen. Daardoor heerst er een informele en ontspannen werksfeer, en dat is fijn, maar het moet niet klef worden. Het warme bad, medewerkers hebben het er steevast over, kan af en toe best een straal koud water gebruiken. Dat houdt iedereen scherp.

Ruimte voor professionele en persoonlijke ontwikkeling

Er is bij ons veel ruimte voor professionele en persoonlijke ontwikkeling. Een systeem dat zowel de medewerkers als de organisatie ten goede komt. Het behandelen van aanvragen gaat steeds op dezelfde manier. Ik kan me voorstellen dat je het op een gegeven moment ook leuk vindt om eens iets anders te doen. Dat bevordert je werkplezier. Er zijn allerlei neventaken die je kunt oppakken binnen het Schadefonds. In werkgroepen meedenken over hoe werkprocessen beter kunnen, voorlichting geven aan ketenpartners of nieuwe collega’s begeleiden in hun opleiding. Allemaal taken die leiden tot een stukje betrokkenheid en bevlogenheid bij de organisatie als geheel.

Meer dan een criminele actie

In mijn werkende bestaan heb ik mij zowel aan de dader- als aan de slachtofferkant begeven. Beide doet me veel. De kant van de dader is interessant omdat het om veel meer gaat dan een criminele actie. Er zit veel problematiek achter. Ik heb me beziggehouden met de aanpak van jeugdcriminaliteit, met de rechtspositie van tbs-gestelden, heb als jurist gewerkt bij het gevangeniswezen en ook bezig geweest met het opstellen wetgeving op het gebied van het sanctierecht. En nu dus al 8 jaar als directeur van het Schadefonds voor slachtoffers van geweldsmisdrijven. Allemaal voor mensen die het niet cadeau hebben gekregen in het leven. Ik geef die mensen graag een steuntje in de rug.

Overweeg je te solliciteren bij het Schadefonds?

Doen! Het Schadefonds is een mooie organisatie die bijzonder werk doet. We geven op een prachtige manier invulling aan het juristenvak. Maar er zitten ook pittige kanten aan. Als je iemand bent die niet altijd de gemakkelijke weg zoekt, verantwoordelijkheid neemt voor wat je doet en als je een onderdeel wil zijn van een organisatie die er iedere dag naar streeft het beter te doen voor slachtoffers, ben je van harte welkom.