“Na mijn werk voor een adviesbureau voor overheidsinstanties heb ik een traineeship gevolgd bij de VNG (Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Eén van mijn opdrachten was bij het ministerie van Justitie en Veiligheid. Daar werkte ik aan projecten rondom daders – vooral rondom hun terugkeer naar de samenleving. Maar ik wilde juist slachtoffers helpen. Toen kwam eerst Slachtofferhulp Nederland en vervolgens het Schadefonds op mijn pad.

Beleid dat werkt

Bij het ministerie werkte ik samen met andere organisaties aan beleid. Maar de uitvoering gebeurde bij organisaties zoals het Schadefonds. Daar zie ik hoe beleid werkt in de praktijk. Dat spreekt mij aan.

Als beleidsmedewerker kijkt ik naar hoe beleid goed uitgevoerd kan worden. Daarbij let ik op wat werkt voor zowel aanvragers als collega’s. Bij alles wat ik doe, kijk ik waar ik het proces kan verbeteren. Kan het sneller? Efficiënter? Waar zitten de knelpunten? Die signalen vertaal ik naar concrete verbetervoorstellen. Een voorbeeld: hoe kunnen we het aanvraagproces voor slachtoffers sneller en duidelijker maken?

Vrijheid én samenwerking

Binnen team Beleid heeft iedere collega eigen onderwerpen, maar bij grote vraagstukken werken we samen. We betrekken ook vaak collega’s buiten ons team en andere organisaties. Die samenwerking maakt het werk heel afwisselend.

Ik krijg veel vrijheid in mijn werk. Mijn leidinggevende geeft mij opdrachten, maar ik mag die invullen op mijn manier. Ik pak mijn opdrachten op met enthousiasme en eigenaarschap.

Samenwerking met collega’s speelt daarin een grote rol. Ik zoek actief de samenwerking. Ik geloof dat je samen verder komt – met ieders kennis en betrokkenheid.

“Je merkt dat we allemaal hetzelfde doel hebben: het steunen van slachtoffers van gewelds- en seksuele misdrijven.”

Naast mijn werk als beleidsmedewerker ben ik ook projectleider. Ik houd mij bezig met vragen over hoe we als organisatie beter kunnen werken. Ik kijk niet alleen naar wat er moet gebeuren, maar ook naar hóe het beter kan – zowel in werkprocessen als in samenwerking. Dan werk ik met verschillende afdelingen aan een plan. Iedereen heeft andere belangen en inzichten, dus het is aan mij om te zorgen dat iedereen gehoord wordt én dat het plan bijdraagt aan wat écht belangrijk is: vooruitgang voor slachtoffers. Het mooie is: we hebben allemaal hetzelfde doel. We willen iets betekenen voor mensen die iets heftigs hebben meegemaakt.

Juist die afwisseling in mijn werk maakt het voor mij zo leuk. De ene keer werk ik aan beleid, de andere keer aan een project of werkproces. Die afwisseling past bij mij. En daar krijg ik bij deze organisatie de ruimte voor.

Een veilige en open sfeer

Ik stap net zo makkelijk naar een manager als naar een juridisch behandelaar. Iedereen denkt graag mee. Dat zorgt voor een hele veilige en open sfeer. En die blijft, ook nu we als organisatie groeien.’’